Wmo en eigen bijdrage in 2019

Download hier het bericht in PDF-versie

De eigen bijdrage voor Wmo-voorzieningen is vanaf 1 januari 2019 vastgesteld op maximaal € 17,50 per 4 weken. Voor iedereen, inkomen en vermogen tellen niet meer mee. Er wordt alleen nog maar gekeken naar leeftijd (wel of geen pensioen) en gezinssamenstelling (alleenstaand of met partner).

De praktijk is echter dat heel veel Wmo-cliënten helemaal geen eigen bijdrage meer gaan betalen in 2019. De eigen bijdrage vanaf 1 januari 2020 bedraagt € 19,- per maand, in plaats van per 4 weken.

Op de website van het CAK staat het volgende:

Partner + geen AOW-leeftijd = geen bijdrage. Bent u getrouwd of heeft u een partner? En is minimaal één van u nog geen 66 jaar en 4 maanden (= huidige AOW-leeftijd)? Dan hoeft u geen eigen bijdrage te betalen voor hulp en ondersteuning vanuit de Wmo. Bereikt u in de loop van het jaar allebei de AOW-leeftijd? Dan wordt uw eigen bijdrage maximaal € 17,50 per 4 weken.

  • Dat betekent dat een aanvrager met een partner, waarvan er in ieder geval één nog niet met pensioen is GEEN eigen bijdrage voor Wmo-voorzieningen hoeft te betalen.
  • Dat betekent ook dat een alleenstaande, om het even wel of niet met pensioen, WEL € 17,50 eigen bijdrage voor Wmo-voorzieningen gaat betalen.
  • Dat betekent dat alleenstaanden en 2x gepensioneerden, in tegenstelling tot partners waarvan één nog niet gepensioneerd is, ALTIJD een eigen bijdrage van € 17,50 per 4 weken gaan betalen.

Zie https://www.hetcak.nl/zelf-regelen/eigen-bijdrage-rekenhulp voor berekening van eigen bijdrage.

Of dit allemaal wel zo bedoeld is door de wetgever? Het betekent in ieder geval wél dat een substantieel deel van alle Wmo-cliënten in Nederland vanaf 1 januari 2019 geen eigen bijdrage voor Wmo-voorzieningen gaat betalen.

Effect van de maatregelen:

Gemeenten hebben vanaf 1 januari 2019 substantieel minder inkomsten als gevolg van de maximering van de eigen bijdrage op € 17,50 per 4 weken en de gewijzigde berekeningsmethodiek van het CAK.

Vanaf 1 januari 2019 zal naar verwachting door veel meer cliënten dan voorheen een beroep op de Wmo worden gedaan. Cliënten die vroeger als gevolg van inkomen/vermogen met een hoge eigen bijdrage werden geconfronteerd hebben nu geen financiële drempel meer. Voor € 17,50 euro per 4 weken kun je zelf geen scootmobiel (indicatie: € 3.000,-) of een traplift (indicatie: € 5.000,-) aanschaffen. En een zwartwerkende huishoudelijke hulp kost ook al snel € 15,- per uur. Deze cliënten kunnen nu de rekening bij de gemeente neerleggen. De gemeente moet leveren.

De vraag naar Wmo-voorzieningen zal naar verwachting drastisch stijgen, dus ook de behandelkosten en de uitvoeringskosten van de gemeenten zullen drastisch stijgen, terwijl de opbrengsten van de eigen bijdrage drastisch zullen gaan dalen. Dat gaan gemeenten in hun portemonnee voelen.

Het zou verder zo maar kunnen zijn dat aangevraagde voorzieningen nog kritischer door de Wmo zullen worden beoordeeld dan voorheen al het geval was. Het aantal afwijzingen zal dan toenemen en dat betekent dat letselschadecliënten zich meer en vaker bij de aansprakelijke verzekeraar zullen gaan melden. Met als gevolg dat de schadelasten van de verschillende verzekeraars zullen stijgen.

Het is niet ondenkbaar dat de regering snel met de nodige reparatiewetgeving gaat komen.

Wilt u meer weten over dit onderwerp neem dan contact met ons op via 0548-612203.