Een eigen huis

Artikel in LetselschadeNEWS

Het meemaken van een ongeval laat bij slachtoffers altijd littekens achter. Fysieke of psychische schade die wordt veroorzaakt, is niet zomaar weg te poetsen. Het mooiste zou natuurlijk zijn als het lukt om het leven weer zo op de rit te krijgen als voor het ongeval. Maar is dat wel reëel? Wat als het eigen werk ophoudt en als het thuis met de partner niet meer gaat. LetselschadeNEWS sprak met Jerry Leito over het ongeval dat hem overkwam en met Harry Luiten, caremanager en arbeidsdeskundige bij MetZorg, over de samenwerking met schadebehandelaar Martijn Cuppens van Achmea en belangenbehartiger Sylvia van Peppen van Achmea Rechtsbijstand en de openheid die alle betrokken partijen hebben gehad naar elkaar tijdens het letselschadetraject. 

Door Floor Verhees

Jerry, in het najaar van 2014 raakte je betrokken bij een verkeersongeval. Kun je daar iets over vertellen?

“Alles kan ik me nog herinneren, behalve de klap zelf. Ik was op de scooter vanuit mijn werk onderweg naar huis toen ik een tegenligger in de auto recht op mij af zag komen. In een reflex heb ik geprobeerd uit te wijken, maar de auto heeft mij alsnog aan de linkerkant geschept, waardoor ik een aantal meters verderop in de berm terecht ben gekomen. Door de klap heb ik zo’n beetje alles in mijn lijf gebroken. De dienstdoende arts die mij op de spoedeisende hulp heeft behandeld, sprak ik maanden later weer en vertelde mij toen dat hij destijds grote twijfels had of ik ooit nog zou kunnen lopen. Hij was dan ook blij verrast mij in het ziekenhuis tegen het lijf te lopen.”

Hoe verliep je herstel na het ongeval?

“Het was echt zwaar. Ik had veel stress, vanwege de ernst van het letsel en omdat ik zelf niks meer kon. Alles deed pijn, mijn hele leven stond op z’n kop en dat van mijn gezin. Daar maakte ik me grote zorgen over en dat gaf mij heel veel onrust. Volgens mijn familie was ik in de eerste periode in het ziekenhuis moeilijk in mijn gedrag. Niets was goed, terwijl ik voor het ongeval juist een ‘makkelijk’ mens was. Gelukkig mocht ik na een week of drie naar huis om verder te herstellen, zodat mijn toenmalige vriendin mij kon verzorgen.” 

Aan de buitenkant zie je niets aan Jerry dat herinnert aan het ongeval, behalve dat hij met een wandelstok loopt. Zelf zegt hij redelijk goed hersteld te zijn. Toch zal hij nooit meer de oude worden, zoals voor het ongeval. Het zenuwletsel bezorgt hem chronische pijn en dat speelt hem parten in het vinden van een andere baan. Zijn gewrichten zijn kwetsbaar door de beschadigde pezen, waardoor hij veel krachtverlies heeft. Zonder wandelstok kan hij niet lopen, omdat zijn tenen het niet meer doen. Voor het ongeval was hij een stoere sportieve kerel, nu laat zijn lichaam hem vaak in de steek. Toch heeft hij vertrouwen in de toekomst. 

Hoe kijk je zelf naar je herstel?

Jerry: “Voor de arts ben ik boven verwachting goed hersteld, maar voor mijzelf heb ik alleen maar ingeleverd. Ik ben inmiddels 100% afgekeurd voor mijn werk als constructiebankwerker/lasser. In de tussentijd heb ik mij omgeschoold tot technisch tekenaar, maar in de praktijk houd ik het zittend werken niet vol vanwege de pijn. Een paar jaar geleden ben ik door de opstapeling van alle tegenslagen na het ongeval depressief geworden. Voor mijn relatie en mijn gezin gaf dat veel druk. Toch heb ik altijd geprobeerd vooruit te kijken en niet achterom. Daarom heb ik destijds ook om hulp gevraagd, omdat ik er zelf niet uitkwam. Dat was het moment dat Harry kwam.” Martijn reageert: “De hulpvraag van Jerry was voor Achmea, de aansprakelijke verzekeraar, reden om hulp in te schakelen via Harry Luiten van MetZorg.”

Harry, wat betekent voor jou toekomstgerichte dienstverlening? 

“Voor mij is het eigenlijk een kwestie van op een andere manier naar de situatie kijken. In plaats van dat een ongeval met blijvend letsel het eindpunt is, zou je het ook kunnen zien als een beginpunt. Of een nieuwe start. Bij iedere zaak waarbij ik betrokken word, stap ik vanuit dat idee in. Want waar het wat mij betreft om gaat, is dat mijn werkzaamheden zich vooral richten op huidige en toekomstige hulpvragen en behoeften van het slachtoffer en zijn of haar naasten. Vanuit die visie ben ik ook met Jerry om de tafel gegaan, toen hij had aangegeven dat zijn relatie onder teveel druk kwam te staan. Het lukte hem niet om afstand te nemen, waardoor hij in zijn frustraties bleef hangen in plaats van dat hij een manier vond om te kunnen ontladen.”

Wat bedoel je precies met toekomstgericht?

“In veel gevallen merk ik dat het werken naar de ‘oude’ situatie van voor het ongeval een doel op zichzelf wordt. Maar als er sprake is van ernstig én blijvend letsel, dan is dat helemaal geen haalbaar doel. In zo’n geval kan het juist het herstelproces in de weg zitten. Neem Jerry als voorbeeld. Het fysieke en psychische letsel als gevolg van het ongeval hebben ervoor gezorgd dat hij niet meer kan werken en ook niet meer voor zijn gezin kan zorgen. Het is niet eerlijk om te doen alsof de situatie kan worden hersteld zoals voor het ongeval, daarvoor is het blijvend letsel te groot. Nieuw perspectief of de focus op de toekomst heeft voor Jerry een positieve invloed op het herstel. In zijn algemeenheid denk ik dat daardoor niet alleen het vertrouwen hersteld kan worden, maar ook de zelfredzaamheid en autonomie kan worden herwonnen. Naar mijn idee is dat essentieel voor een slachtoffer om zelf weer een nieuw evenwicht te vinden,” aldus Harry. “Zo kijkt Achmea er ook naar. Geen focus op het verleden en op vergoedingen, maar mensen met letsel regie geven op hun nieuwe, helaas vaak andere toekomst. Op zoek naar nieuwe mogelijkheden voor een goed leven,” vult Martijn aan.

Dus vooruitkijken is de boodschap? 

“Ja, want door vooruit te kijken, doe je naar mijn idee veel meer recht aan het slachtoffer, dat niet in alle gevallen volledig kan herstellen. Het kan aan mij zijn om daarbij te helpen en met elkaar daarover in gesprek te gaan, waardoor een slachtoffer gaat nadenken over zijn toekomst. Die stappen zijn nodig om een beeld te krijgen over hoe die ‘nieuwe’ toekomst eruit zou kunnen gaan zien of wat de wensen van iemand zijn. Ook na een ongeval gaat het leven door en het is dan belangrijk dat het slachtoffer voldoende zelfredzaam is om daar waar mogelijk op eigen kracht te participeren in de maatschappij en mee kan doen met de mogelijkheden die er wel zijn.”

Jerry, hoe heeft Harry jou geholpen in je herstel?

“Toen ik in contact kwam met Harry zat ik nog heel erg vast in mijn eigen frustraties. Het lukte mij niet om daaruit te komen en zelf een oplossing te vinden voor mijn problemen. De open gesprekken met Harry hebben geholpen om samen naar een oplossing toe te werken. Voor mij was het belangrijk om een eigen rustige plek te hebben voor als ik me wilde terugtrekken. Ik kon soms thuis geen afstand nemen van mijn vriendin en de kinderen. Op die momenten waren we elkaar tot last. Ik word geen leuker mens als de frustraties te hoog oplopen. Harry heeft toen samen met de aansprakelijke verzekeraar een stacaravan kunnen regelen. Ondanks dat het uiteindelijk helaas geen redmiddel bleek te zijn voor mijn relatie, heeft het mij wel geholpen meer rust in mijzelf te vinden.”

Omdat je relatie geen stand hield, moest je op zoek naar andere woonruimte?

“Ik dacht het in eerste instantie zelf goed geregeld te hebben door een tijdelijke woning zonder aanpassingen aan te nemen. Later bleek dat ik hierdoor mijn rechten had verspild om nog aanspraak te kunnen maken op de WMO. Dat was een tegenvaller, waardoor ik opnieuw hulp moest inroepen. En daar was Harry voor de tweede keer. Samen zijn we aan de slag gegaan om te bekijken welke mogelijkheden er waren en uiteindelijk was de conclusie dat alleen een koopwoning de oplossing zou zijn. Harry heeft voor mij echt alles op alles gezet om dit voor elkaar te krijgen. De aansprakelijke verzekeraar stemde toe middels betaling van een groot voorschot op mijn letselschade. Dat was voor mij een grote opluchting, ik had weer zicht op een eigen plek.” 

Wat is voor jou het belangrijkste waarmee je geholpen bent?

Jerry vervolgt: “Voor mij was de samenwerking met Harry het belangrijkst. Ik kon hem blind vertrouwen en dat heeft ervoor gezorgd dat ik open kon zijn in de gesprekken. We hebben altijd goede afspraken gemaakt en daar hebben we ons aan gehouden. Mijn blik is sindsdien meer gericht op de toekomst. Ik ben heel erg blij met mijn eigen huis. Het geeft mij rust en ook plezier. Mijn depressiviteit zal niet meer overgaan, maar ik kan er beter mee omgaan. Ik heb veel sociale contacten en als ik iemand kan helpen, dan doe ik dat graag. Voor mijn kinderen kan ik de vader zijn, die ik wil zijn. Door ze tijd en aandacht te bieden, hoop ik dat het contact goed blijft.” 

Wat vond jij belangrijk in deze zaak, Harry?

“Wederzijds vertrouwen is essentieel. Niet alleen tussen mij en Jerry, maar tussen alle partijen. Soms moet je snel kunnen schakelen en dan ben je nergens als er onderling geen vertrouwen is. In deze zaak was dat zeer belangrijk, omdat er grote financiële belangen speelden. Eerst de stacaravan en daarna de koopwoning. Alle betrokken partijen waren bereid om samen te werken op basis van vertrouwen. Dat heeft ervoor gezorgd dat de zaak deze zomer succesvol kan worden afgerond. Toen ik in 2014 bij MetZorg begon, moest ik in het begin wennen als we om de tafel zaten met alle verschillende partijen met allemaal eigen belangen. Zie daar maar eens goed uit te komen! Maar juist door een toekomstgerichte benadering lukt het vaak om het gezamenlijk belang zichtbaar te maken. Inmiddels vind ik het echt een uitdaging om mee te denken over hoe we de tegenstellingen kunnen kanaliseren naar een gezamenlijk belang. Als dat lukt, zoals in deze zaak, dan word ik enthousiast en blij.”

Zelfredzaamheid is de sleutel naar succes?

“In wezen wel, maar het ligt natuurlijk genuanceerder. Kijk, in het leven van Jerry ben ik maar een voorbijganger, net als alle andere partijen die zich hebben beziggehouden met zijn letselschadezaak. Ik zie het als mijn taak iemand weer op weg te helpen in zijn leven, niet om het over te nemen. Dat mag ook niet, als de hulpvraag is beantwoord of het probleem is opgelost, dan ga ik weer weg. Het is niet de bedoeling dat ik langer blijf dan nodig. Mocht er later een nieuwe hulpvraag komen en men wil dat ik daarmee aan de slag ga, dan doe ik dat. Graag zelfs. Het letselschadelandschap is breed en divers, waardoor het heel begrijpelijk is dat er zich na verloop van tijd veranderingen voordoen, waardoor er nieuwe vragen ontstaan. Maar het uitgangspunt is dat een slachtoffer zijn autonomie hervonden heeft en zelfredzaam is,” aldus Harry.

Jerry, ben je het met Harry eens?

“Jazeker, de gesprekken met Harry en de samenwerking hebben mij geholpen te doen inzien dat mijn leven is veranderd sinds het ongeval. Dat ik een klik met Harry had, zorgde ervoor dat ik ook open en eerlijk kon zijn. Dat is belangrijk. Hij heeft goed aangevoeld wat ik nodig had. Nu probeer ik me zoveel mogelijk te richten op dingen die ik kan, dat is goed voor mijn zelfvertrouwen en ook voor mijn eigen zelfstandigheid. Het is mijn leven en het zijn mijn keuzes.” 

Eind goed, al goed?

Harry: “Mijn ervaring is dat als je transparant, open en eerlijk bent naar elkaar, dat de basis is voor mooie dingen. Ik heb een geweldige baan. De combinatie van arbeidsdeskundige en care-gerelateerde vraagstukken en letselschade vind ik heel boeiend. Een lastige zaak probeer ik anders aan te vliegen. Daardoor ontstaan soms verrassende oplossingen, die een slachtoffer weer vooruit helpen. Daar gaat het om. Ik ben heel erg van het doen, aanpakken dus. De dynamiek in mijn werk en in het letselschadelandschap inspireren mij iedere dag weer. Het is ontzettend mooi werk.” 

Klik hier voor de pdf-versie van het artikel.

Oktober, 2020